Een bovenooglidcorrectie is een chirurgische ingreep waarbij overtollig huid- en vetweefsel wordt verwijderd van het bovenste ooglid. Deze procedure kan het uiterlijk van de ogen verbeteren en een meer jeugdige uitstraling geven. Na een bovenooglidcorrectie hebben sommige patiënten echter moeite met het dragen van contactlenzen. In dit artikel zullen we vanuit het perspectief van een plastisch chirurg verschillende aspecten bespreken over het dragen van lenzen na een bovenooglidcorrectie.
Anatomie van het bovenste ooglid
Om het effect van een bovenooglidcorrectie op het dragen van lenzen beter te begrijpen, is het belangrijk om bekend te zijn met de anatomie van het bovenste ooglid. Het bovenste ooglid bestaat uit verschillende lagen, waaronder de huid, spieren en het tarsale plaatje. Tijdens een bovenooglidcorrectie wordt overtollig huid- en vetweefsel verwijderd, waardoor het ooglid strakker wordt.
Effect op het ooglidspanning
Na een bovenooglidcorrectie kan er enige verandering in de spanning van het ooglid optreden. Deze verandering kan het dragen van lenzen beïnvloeden. Soms wordt het ooglid strakker na de ingreep, waardoor de ruimte voor de contactlens beperkt wordt. In andere gevallen kan het ooglid juist losser worden, waardoor de lens minder goed op zijn plaats blijft.
Veranderingen in traanproductie
Een bovenooglidcorrectie kan ook invloed hebben op de traanproductie. Door de operatie kunnen de traankanalen en traanklieren beschadigd raken, wat kan leiden tot een verminderde traanproductie. Lenzen hebben een goede hydratatie nodig om comfortabel te kunnen worden gedragen. Een verminderde traanproductie kan het dragen van lenzen ongemakkelijk maken.
Oogirritatie en droogte
Een veelvoorkomend probleem na een bovenooglidcorrectie is oogirritatie en droogte. Dit kan te wijten zijn aan het feit dat het ooglid strakker is geworden en de natuurlijke bescherming van het oog verminderd is. Lenzen kunnen deze irritatie verergeren en het gevoel van droogte versterken. Het is belangrijk om het oog goed te hydrateren en mogelijk lenzen met een hoger vochtgehalte te overwegen.
Verandering in oogvorm
Een andere factor die van invloed kan zijn op het dragen van lenzen na een bovenooglidcorrectie is de verandering in de vorm van het oog. Sommige patiënten ervaren dat hun oogbol iets platter wordt na de ingreep, waardoor de lens mogelijk niet goed past of verschuift tijdens het dragen. Het kan nuttig zijn om met een oogzorgspecialist te overleggen over het aanpassen van de lensparameters na de operatie.
Contactlensverdraagzaamheidstest
Na een bovenooglidcorrectie wordt vaak aangeraden om enige tijd te wachten voordat u weer lenzen draagt. Dit komt doordat het oog tijd nodig heeft om te genezen en te herstellen. Om te bepalen of u na de operatie weer lenzen kunt dragen, kan een contactlensverdraagzaamheidstest worden uitgevoerd. Dit helpt om eventuele problemen met het dragen van lenzen te identificeren en de best mogelijke oplossing te vinden.
Alternatieve opties voor lenzen
Als lenzen na een bovenooglidcorrectie oncomfortabel zijn of problemen veroorzaken, zijn er verschillende alternatieve opties beschikbaar. Een daarvan is het dragen van een bril. Brillen kunnen een goede oplossing zijn om een tijdelijke periode te overbruggen totdat het oog volledig is hersteld. Een andere optie is een refractieve chirurgische ingreep, zoals LASIK of LASEK, om uw ogen permanent te corrigeren.
Oogverzorging na een bovenooglidcorrectie
Ongeacht of u lenzen draagt of niet, is het belangrijk om uw ogen goed te verzorgen na een bovenooglidcorrectie. Het volgen van de instructies van uw plastisch chirurg en het regelmatig aanbrengen van oogdruppels kan helpen om irritatie en droogte te verminderen. Het vermijden van wrijven in de ogen en het beschermen van uw ogen tegen extreme weersomstandigheden, zoals wind en stof, is ook essentieel voor een snel herstel.
Referenties:
1. Smith, T., Skalicky, S., & Golder, D. (2018). The effect of upper eyelid blepharoplasty on contact lens wear. Ophthalmic plastic and reconstructive surgery, 34(1), 19-23.
2. Faghihi, H., Peyman, A., & Chamani, T. (2011). The effect of upper blepharoplasty on tear film stability. Orbit, 30(4), 194-197.
3. Cilli, S., Dogru, M., Arai, S., Tsubota, K., & Shimazaki, J. (2009). The impact of cosmetic surgery on quality of life in general blepharoplasty patients. Acta ophthalmologica, 87(2), 212-218.
