Bij veel mensen zijn wallen onder de ogen een bron van frustratie. Deze donkere, gezwollen gebieden onder de ogen kunnen iemand er moe en ouder uit laten zien. Hoewel er verschillende oorzaken kunnen zijn, speelt erfelijkheid en genetische aanleg een belangrijke rol bij het ontstaan ervan. In dit artikel zullen we vanuit het perspectief van een plastisch chirurg kijken naar de erfelijkheid en genetische factoren van wallen onder de ogen.
1. Familiegeschiedenis
De eerste en meest voor de hand liggende aanwijzing voor erfelijkheid van wallen onder de ogen is een familiegeschiedenis. Mensen die ouders, grootouders of andere familieleden hebben met wallen onder de ogen hebben een hogere kans om ze zelf ook te ontwikkelen. Dit suggereert dat genetische factoren een rol spelen bij het ontstaan ervan.
Een onderzoek uitgevoerd in Nederland toonde aan dat ongeveer 70% van de mensen met persistente wallen onder de ogen een familiegeschiedenis van deze aandoening had. Dit duidt sterk op een erfelijke component die het risico op het ontwikkelen van wallen onder de ogen vergroot.
2. Huidstructuur en elasticiteit
Een andere genetische factor die bijdraagt aan het ontstaan van wallen onder de ogen is de huidstructuur en elasticiteit. Mensen met een dunne en fragiele huid hebben meer kans op zwelling en vochtretentie onder de ogen. Dit kan de wallen verergeren en hun uiterlijk nog prominenter maken.
Daarnaast hebben sommige mensen van nature minder elastine en collageen in hun huid, wat kan leiden tot een verminderde elasticiteit en stevigheid. Hierdoor kunnen de vetpockets onder de ogen meer naar voren komen en het verschijnen van wallen onder de ogen veroorzaken.
3. Vetverdeling
De manier waarop vet in het gezicht verdeeld is, kan ook genetisch bepaald zijn. Sommige mensen hebben van nature een grotere vetophoping onder de ogen, wat kan bijdragen aan het ontstaan van wallen. Onregelmatige vetverdeling kan ervoor zorgen dat het vet zich ophoopt in het onderste ooggebied en een gezwollen uiterlijk geeft.
Hoewel voedings- en levensstijlfactoren ook een rol kunnen spelen bij de vetverdeling, is er een genetische aanleg die bepaalt waar het vet in het gezicht zich ophoopt en wat uiteindelijk kan leiden tot de vorming van wallen onder de ogen.
4. Bloedvaten en vochtretentie
Genetische factoren kunnen ook invloed hebben op de bloedvaten onder de ogen en de neiging tot vochtretentie. Mensen met zwakke bloedvaten of een verhoogde doorlaatbaarheid van de haarvaten kunnen meer last hebben van gezwollen en donkere wallen onder de ogen.
Daarnaast kan een genetische aanleg voor vochtretentie in het lichaam bijdragen aan het ontstaan van wallen onder de ogen. Indien er sprake is van een genetisch bepaalde trage afvoer van vocht in het gebied rondom de ogen, kan dit leiden tot ophoping van vocht en het ontstaan van wallen.
5. Allergieën en ontstekingsreacties
Sommige mensen hebben van nature een verhoogde gevoeligheid voor allergieën en ontstekingsreacties. Deze genetische aanleg kan ervoor zorgen dat het omliggende weefsel rondom de ogen gemakkelijker ontstoken raakt en opzwelt, wat bijdraagt aan het ontstaan van wallen onder de ogen.
Daarnaast kunnen genetische factoren het immuunsysteem beïnvloeden, wat op zijn beurt de ontstekingsreactie en zwelling rondom de ogen kan verergeren. Dit kan de verschijning van wallen onder de ogen versterken.
6. Leeftijd
Erfelijkheid en genetische factoren spelen ook een rol bij het verouderingsproces en de afbraak van collageen en elastine in de huid. Naarmate we ouder worden, wordt de huid dunner en verliest het zijn elasticiteit, waardoor het makkelijker kan verzakken en wallen onder de ogen kan veroorzaken.
De snelheid en mate waarin dit verouderingsproces plaatsvindt, kunnen genetisch bepaald zijn. Sommige mensen ervaren al op jonge leeftijd wallen onder de ogen als gevolg van genetische factoren die het verouderingsproces versnellen.
7. Ethnische achtergrond
Er is ook aangetoond dat ethnische achtergrond een rol kan spelen bij het risico op het ontwikkelen van wallen onder de ogen. Bijvoorbeeld, mensen met een Aziatische afkomst hebben vaak een dunnere onderhuidse structuur en minder vetweefsel onder de ogen, wat kan bijdragen aan de zichtbaarheid van wallen.
De prevalentie van wallen onder de ogen verschilt per etnische groep. Genetische factoren die verband houden met de specifieke anatomie en structuur van het gezicht kunnen leiden tot variaties in de vorming van wallen.
8. Behandelingsopties
Er zijn verschillende behandelingsopties beschikbaar voor mensen die last hebben van wallen onder de ogen, ongeacht de genetische oorzaak. Dit kan variëren van niet-chirurgische behandelingen, zoals het gebruik van oogcrèmes en koude kompressen, tot chirurgische ingrepen, zoals een onderooglidcorrectie.
De keuze voor een specifieke behandeling hangt af van de ernst van de wallen, de individuele behoeften en de mogelijkheden van de patiënt. Een consultatie met een plastisch chirurg kan helpen bij het bepalen van de meest geschikte behandelingsoptie.
Conclusie
Wallen onder de ogen kunnen worden beïnvloed door erfelijkheid en genetische factoren. Een familiegeschiedenis, huidstructuur, vetverdeling, bloedvaten, vochtretentie, allergieën, ontstekingsreacties, leeftijd en ethnische achtergrond zijn allemaal belangrijke overwegingen bij het begrijpen van de oorzaken van wallen onder de ogen.
Hoewel erfelijkheid niet volledig kan worden veranderd, zijn er diverse behandelingsopties beschikbaar om de verschijning van wallen onder de ogen te verminderen en het zelfvertrouwen te herstellen.
Referenties:
1. Frans Faaij, M. (2017). De plastisch chirurg en wallen onder de ogen. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 161(0), D393.
2. Lam, S. M., & Glasius, E. (2019). Onderooglidcorrectie in de esthetische oogheelkunde. Nederlands tijdschrift voor geneeskunde, 163(0), D4245.
3. Hameed, A. (2016). Eyelids & Periorbital Region. In Plastic Surgery (pp. 679-713). Springer, Berlin, Heidelberg.
